Tagarchief: EHEDG

70% listeria gevallen terug te leiden tot afwatering

csm_aco_hygiene_first_voedselverwerking_c7ad226021 kopiëren
Lees het gehele artikel

Om dit extra onder de aandacht te brengen organiseerden ACO, Master Builder Solutions en EHEDG recent een webinar. Daarin gingen ze dieper in op de belangrijkste aandachtspunten om tot een hygiënisch en dus een voedselveilig resultaat te komen.

Belang van hygiënisch ontwerp voor vloeren en afwatering

Een recente uitbraak van listeria in Zuid-Afrika, onderstreepte nogmaals het belang van goede hygiënische praktijken in de voedingsindustrie. Met een balans van 1.024 bevestigde gevallen en 200 doden, waaronder 80 baby’s was de tol zeer zwaar. “Door de lange incubatietijd duurt het even vooraleer we listeria op het spoor kunnen komen”, duidt Hein Timmerman van EHEDG de cijfers. “Een gebrek aan hygiënisch inzicht in de vloer en de afwatering was de oorzaak achter de uitbraak. Geen toeval, want 70% van de listeriagevallen zijn terug te leiden tot deze problematiek.”

EHEDG timmert al sinds het einde van de jaren 80 aan de weg naar meer voedselhygiëne middels praktische richtlijnen, zowel voor eindgebruikers als voor de fabrikanten van apparatuur en componenten voor omgevingen waarin voedsel verwerkt wordt. Inmiddels werden er 55 gepubliceerd. “In richtlijn 44 wordt dieper ingegaan op hoe de vloer ontworpen moet worden om het risico op besmetting te minimaliseren. Het belangrijkste punt is het realiseren van een naadloze integratie van de vloer en de afwatering.”

Aandachtspunten bij vloeren

Toch loopt het net met de vloer nog al te vaak mis. Kris Van Humbeeck van Master Builder Solutions ziet daar verschillende redenen voor. “De vloer is vaak niet ontworpen voor de lasten die hij moet dragen, zowel mechanisch (te zware heftrucks, vallende voorwerpen), chemisch (zuren, vetten, solventen, sterke reinigingsmiddelen) als thermisch (te hoge of te lage temperaturen). Daarnaast moet een goede afwatering present zijn om de vochtbelasting weg te nemen.”

Aandachtspunten voor afwatering

Ten slotte verdient de afwatering in uw productieruimtes absoluut de nodige aandacht. Reggy Dekeyser van ACO: “Een goede afwatering begint natuurlijk met de juiste positionering van de punten en/of kanalen en de juiste hellingsgraad om het water af te voeren. Maar het moet verder gaan dan dat.

  • Afwatering moet in eerste instantie een grondige reiniging mogelijk maken. Wanneer er water in een afvoerpunt of -goot blijft staan, kunnen eventuele contaminaties zich tijdens het reinigen verspreiden doorheen de volledige ruimte.
  • Ten tweede moet de afwerking rond de afvoer glad en strak zijn. Wanneer de aansluiting ondersteund wordt door een opvulrand, kan er een stabiele en duurzame overgang gerealiseerd worden, waar het risico op ophopend vuil en dus besmettingen geminimaliseerd wordt.
  • Afwatering moet ook zodanig ontworpen zijn dat het afwatersysteem geen afbreuk doet aan de veiligheid en gezondheid van medewerkers.
  • Een laatste aandachtspunt is de capaciteit. Zorg dat de afwateringspunten berekend zijn op het juiste debiet.

Hygiene First bij ACO

Met de ‘Hygiene First’ filosofie van ACO engageert het bedrijf zich om producten te leveren die over de ultieme hygiënische prestaties beschikken. Vier eigenschappen kenmerken daarom het volledige gamma:

  •  Alle interne radii zijn gelijk of groter dan 3 mm waardoor de reinigingskracht sterk toeneemt.
  • Verder worden hygiënische verbindingen gerealiseerd. Een diepgetrokken putlichaam zorgt voor vloeiende contouren die kieren elimineren waarin gevaarlijke bacteriën zich kunnen nestelen.
  • Bovendien wordt er gezorgd voor een droog putlichaam. Er kan geen stilstaand water terechtkomen in het putlichaam, maar enkel in het waterslot, dat bovendien uitneembaar is om ook daar het overtollige water te kunnen uit verwijderen. Dit verhindert geuren, microbiële groei en potentiële chemische gevaren.
  • Een vierde aandachtspunt bij ACO is de opvulrand. Het ontwerp zorgt voor een stabiele en duurzame overgang tussen de afwatering en omliggende vloer. Dit helpt het risico op scheuren in de vloer, die aanzetten tot bacteriegroei, tot een minimum te beperken.

Meer info vind je terug op http://www.hygienefirst.com/be-nl

Hygiënische validatie van gesloten systemen

Multidrug resistant bacteria inside a biofilm
Lees het gehele artikel

Hoe kan je als bedrijf er zeker van zijn dat een gesloten circuit voldoende schoon is? EHEDG trainer Martin Barnickel deelt in EHEDG Connects zijn waardevolle inzichten om de voedselveiligheid van gesloten systemen te optimaliseren door de toepassing van validatietechnieken voor reiniging.

Hoe belangrijk is validatie om voedselveiligheid te garanderen?

Of je nu aan de slag bent als veiligheidsmanager binnen een voedingsbedrijf of componenten ontwikkelt voor gesloten processen voor de verwerking of verpakking van levensmiddelen, er is niks dat meer geruststelling geeft dan een grondige kwantificeerbare validatie van reinigingsprocessen. Om voedselveiligheid te garanderen moeten bepaalde fysieke, chemische en biologische gevaren bekeken en gevalideerd worden.

Wat zijn de specifieke uitdaging voor gesloten processen?

In gesloten processen verhoogt het risico op een brede waaier aan gevaren voor voedselveiligheid, zoals micro-organismes en hun gifstoffen, residu van producten of schoonmaak-, desinfectie- of smeermiddelen of ongewenste voedselingrediënten uit vorige productbatches die allergenen kunnen bevatten. Daarom is er altijd nood aan een regelmatige en efficiënte reiniging, met of zonder desinfectie en sterilisatie. Maar niet elke installatie laat zich gemakkelijk grondig reinigen, met potentieel enorme gevolgen, gaande van beperkte lichamelijke klachten tot voedselvergiftiging en soms zelfs sterfgevallen.

In uw publicaties spreekt u over de kinetica van contaminatie? Kan u dit even toelichten?

Laten we daarvoor een proces uit de zuivelindustrie onder de loep nemen: pasteurisatie. In deze gesloten systemen ontstaat er vaak microbiële groei en contaminatie tijdens het voorverwarmen en in de fase van warmterecuperatie wanneer de temperaturen onder de 55 °C duiken. Een precieze controle en documentatie van de omstandigheden tijdens het pasteuriseren (meestal 75 °C voor minstens 15 seconden) is een absolute voorwaarde om dan voedselveiligheid te garanderen. Als een algemene stelregel geldt dat niemand moet genoegen nemen met louter desinfectietechnieken als sterilisatie technisch realiseerbaar is.

Kan u nog een voorbeeld met ons delen?

Een ander voorbeeld van de kinetica van contaminatie is een contaminatiegevaar dat te maken heeft met een lek in een platenwisselaar. Pathogene micro-organismen kunnen dan immers zorgen voor contaminatie van het product. Platenwisselaars worden daarom beter minimaal tweemaal per jaar gecontroleerd op lekken. De platen zelf mogen niet meer dan vijf jaar in gebruik zijn. Algemeen geldt ook dat gepasteuriseerde producten niet langer dan 20 uur verwerkt mogen worden zonder CIP, zelfs wanneer de apparatuur bij aanvang gesteriliseerd is. Andere gevaren ontstaan door het verslechteren van de hygiënische omstandigheden door de veroudering van installaties. Daarom moeten verwerkingsfaciliteiten regelmatig getest worden op scheuren, holtes, lege ruimtes en lekken. Als je weet dat steriele producten soms dagen aan een stuk verwerkt worden zonder reiniging tussenin dan moet de installatie volledig vrij zijn van lege ruimtes, bacteriedicht en op een professionele manier bediend worden om geen bron van contaminatie te zijn.

Wat zijn de voornaamste validatiecriteria?

Om de efficiëntie van een reinigingsprogramma te beoordelen, kijkt men in eerste instantie naar de differentiële TOC-analyse van het spoelwater. Enkel een visuele controle of het ontbreken van geurtjes en biofilms als controlemiddel is volstrekt ontoereikend. TOC-analyse is de basis voor elke validatie. Daarnaast kunnen uv-licht en bepaalde kleurstoffen helpen om sporen van productresidu (> 4µg/cm²) te traceren. Voor moeilijk bereikbare en te reinigen plaatsen biedt een endoscoop soelaas om een visuele controle uit te voeren. Desalniettemin zal in vele gevallen een periodieke demontage van het gesloten systeem op zijn plaats zijn. Maar omdat het vrijwel onmogelijk is om alle contaminaties altijd uit te sluiten, is een hygiënisch ontwerp van de fabriek, het gebruik van schoonmaakmiddelen zonder residu en een efficiënte sterilisatie in de praktijk verplichte kost. De toegepaste monitoringtechnieken moeten de graad van hygiëne voor en tijdens de productie kwantificeren. Problematische biofilms kunnen enkel vermeden worden door op tijd te reinigen. Het stijgen van de differentiële druk kan gezien worden als een alarmsysteem. Daarenboven zijn biologische parameters zoals ATP-inhoud, TDC, AOC/TOC en BFR interessant voor de beoordeling van het hygiëneniveau na CIP of SIP.  

Basisrichtlijnen voor hygiënisch ontworpen machines

Cleaning a food processing machine
Lees het gehele artikel

In 1989 werd EHEDG (European Hygienic Engineering & Design Group) in het leven geroepen, waarin zowel voedselproducenten als machinebouwers en toeleveranciers vertegenwoordigd zijn. Samen bouwen ze aan voedselveiligheid door het opstellen van richtlijnen die hygiënisch ontwerp stimuleren. Dit artikel vat de richtlijn omtrent het hygiënisch ontwerp van procesapparatuur samen.

Bij polymere oppervlakken kunnen de waterafstotendheid, de bevochtigbaarheid en de reactiviteit bijvoorbeeld de reinigbaarheid beïnvloeden.

Machines en andere apparatuur bestemd voor de voedingsindustrie mogen geen micro-biologische problemen veroorzaken. Dat brengt een aantal functionele eisen met zich mee. Reinigbaarheid is een eerste zeer belangrijk punt. Apparatuur die moeilijk schoon te maken is, zal vragen om agressievere chemicaliën en langere reinigings- en desinfectietijden. Dat komt neer op hogere kosten, minder productietijd, kortere levens-duur en meer afvalwater. In sommige gevallen wordt zelfs nog een stapje verder gegaan en moet de machine ook pasteuriseerbaar of steriliseerbaar zijn. Een tweede eis is het voorkomen van het binnendringen van micro-organismen. De aanwezigheid van micro-organismen in levensmiddelen moet zo laag mogelijk gehouden worden. -Apparatuur voor aseptische processen moet zelfs ondoordringbaar zijn voor micro-organismen. Omdat micro-organismen zeer snel groeien moeten machinebouwers dode ruimtes, openingen en spleten, waar micro-organismes kunnen gedijen en zich vermenigvuldigen, te allen tijde vermijden. Ten vierde mogen deze hygiënische eisen niet in de weg staan van de functionaliteit van de machine. Ontwerpers zullen dus op bepaalde vlakken compromissen moeten sluiten. Dan is het zaak deze grondig te documenteren, zodat gebruikers op de hoogte zijn en waar nodig kunnen opteren voor intensievere reinigings- en desinfectieprocedures. Ten slotte moet door middel van inspecties, tests en validaties ook getoetst worden of aan de gestelde hygiëne-eisen is voldaan.

Criteria voor oppervlakken en geometrie

Wie volgens de hygiënische regels van de kunst wil werken, moet zorgen dat de oppervlakken van zijn machines goed reinigbaar zijn en geen toxicologisch gevaar vormen. Bovendien moeten ze bestand zijn tegen de reinigingsproducten en -methodes die de voedingsindustrie hanteert. Onvolkomen-heden zoals spleten zijn uit den boze. Om deze te vermijden kan men een aantal vuistregels hanteren. Directe metaal-op-metaalverbindingen, oneffenheden en het gebruik van O-ringen kan men het beste vermijden. Zorg ook dat het product niet in contact kan komen met schroefdraden. Hoeken dienen bij voorkeur een radius van 6 mm of meer te hebben, waarbij de minimumradius 3 mm is. Vermijd scherpe hoeken (minder dan 90°). 

Criteria voor oppervlakteafwerking

Oppervlakken die in aanraking komen met levensmiddelen moeten een afwerking hebben met een aanvaardbare Ra-waarde en mogen geen onvolkomenheden vertonen (putjes, vouwen, spleten). Voor grote oppervlaktes is de ruwheid vastgelegd op minimaal 0,8 µm Ra. Tenzij men met onderzoeksresultaten kan aantonen dat de vereiste reinigbaarheid toch gehaald is. Bij polymere oppervlakken kunnen de waterafstotendheid, de bevochtigbaarheid en de reactiviteit bijvoorbeeld de reinigbaarheid beïnvloeden. Koud gewalst staal heeft een ruwheid van 0,2 tot 0,5 µm en moet daarom meestal niet gepolijst worden om aan de oppervlakte-ruwheidseisen te voldoen. Oppervlakken die niet in aanraking komen met levensmiddelen moeten wel nog altijd glad genoeg zijn om een makkelijke -reiniging te faciliteren.

Criteria voor draineerbaarheid en installatie

De binnen- en buitenkant van apparatuur en al het leidingwerk moet vloeistoffen vrij kunnen laten weglopen. Vermijd waar mogelijk horizontale oppervlakken: alle oppervlakken moeten altijd naar één kant aflopen. Zorg er bij uitwendige oppervlakken altijd voor dat de vloeistoffen niet in de richting van het productgebied vloeien, maar juist er van weg. Vermijd waar mogelijk condensvorming op apparatuur, leidingen en interne gebouwstructuren. Hou er bij de bevestiging, of dat nu aan de vloer, de muur, de pilaar of het plafond is, rekening mee dat er nergens hoeken of spleten mogen ontstaan. De ruimte tussen de apparatuur en het fysieke gebouw moet groot genoeg zijn om goed schoongemaakt en geïnspecteerd te kunnen worden. 

Vermijd waar mogelijk condensvorming op apparatuur, leidingen en interne gebouwstructuren.

Criteria voor lassen

De lasnaad van permanente metaal-metaal verbindingen die met het product in aan-raking komen moet ononderbroken zijn en zonder gebreken. Gebruik tijdens het lassen aan beide zijden beschermgas. Bij leidingwerk verdient automatisch orbitaallassen de voorkeur, omdat deze techniek staat voor lassen van een goede, constante kwaliteit. Ook lassen op oppervlakken die niet met het product in aanraking komen moeten ononderbroken zijn; ze moeten glad genoeg zijn om makkelijk schoon te maken. 

Criteria voor steunen en isolatie

Steunen voor leidingen of apparatuur moeten zo gebouwd en geïnstalleerd zijn, dat er geen water of vuil op of in kan blijven staan. Hou rekening met mogelijke ongunstige galvanische reacties tussen ongelijksoortige materialen. Isolatiematerialen dienen ontmanteld te worden met een rvs mantel. Deze mantel moet volledig gelast zijn, zodat het binnendringen van lucht of vochtigheid uitgesloten is. Dit kan immers microbiële groei stimuleren en het -risico op besmetting verhogen. Bovendien zal in het geval het isolatiemateriaal chlorides vrijstelt, de kans op corrosievorming van de ommanteling verhoogd worden. Leidingen kunnen geïsoleerd worden door het evacueren van lucht uit de ruimte tussen de wanden van dubbelwandige leidingen. Dit is een -uiterst -effectieve manier om alle voorkomende problemen te vermijden.