De wereld wordt geconfronteerd met een groeiende waterramp. Voor de eerste keer in de geschiedenis van de mensheid is de hydrologische cyclus uit balans, wat een rechtvaardige en duurzame toekomst voor iedereen bedreigt. We kunnen deze crisis oplossen als we meer collectief en met grotere urgentie samenwerken. Het herstellen van de stabiliteit van de watercyclus is niet alleen op zichzelf waardevol, maar ook cruciaal om te voorkomen dat we de strijd tegen klimaatverandering verliezen.
Decennia van collectief wanbeheer en onderwaardering van water over de hele wereld hebben onze zoetwater- en landecosystemen beschadigd en waterbronnen vervuild. We kunnen niet langer rekenen ze voor onze collectieve toekomst. Meer dan 1.000 kinderen jonger dan vijf jaar sterven elke dag aan ziektes veroorzaakt door onveilig water en sanitaire voorzieningen. Vrouwen en meisjes besteden 200 miljoen uur per dag aan het verzamelen van water. Voedselsystemen hebben zoet water nodig, steden zinken als de grondwaterlagen onder hen opdrogen. We hebben met andere woorden de hydrologische cyclus zelf onder ongekende druk gezet, met toenemende gevolgen voor gemeenschappen en landen overal.
Ons beleid en de wetenschap en de economie die eraan ten grondslag liggen, hebben ook een kritieke zoetwaterbron over het hoofd gezien, het ‘groene water’ in onze bodems en planten, dat uiteindelijk door de atmosfeer circuleert en ongeveer de helft van de regenval genereert. De achteruitgang van onze zoetwaterecosystemen, inclusief het verlies van vocht in de bodem is bovendien een drijvende kracht geworden in klimaatverandering en in verlies van biodiversiteit. Het resultaat is dat droogte vaker voorkomt. Maar ook overstromingen, hittegolven en bosbranden worden steeds heviger. Een toekomst van toenemende waterschaarste heeft ernstige gevolgen voor de menselijke veiligheid.
Bijna 3 miljard mensen en meer dan de helft van de van de wereldvoedselproductie bevinden zich nu in gebieden waar de totale wateropslag naar verwachting zal afnemen. We moeten daarom moediger en meer geïntegreerd denken beleidskaders herzien om deze uitdagingen aan te pakken. The Global Commission on the Economics of Water (GCEW) roept op tot een nieuwe economie van water: één die de hydrologische cyclus erkent als een wereldwijd gemeenschappelijk goed. We moeten begrijpen dat het landen en regio’s verbindt en dat het diep ingebakken zit in klimaatverandering, verlies van biodiversiteit en alle andere SDG’s.
Een die het waterbeheer transformeert op elke schaal, van lokaal tot mondiaal stroomgebied, om ervoor te zorgen dat het effectiever en efficiënter wordt bestuurd, toegang biedt tot rechtvaardigheid voor iedereen, en de ecosystemen op aarde in stand houdt. Eén die fundamentele economische concepten en instrumenten samenbrengt om water de juiste waarde te geven die de schaarste ervan weerspiegelt en de vele voordelen die het biedt als de kostbaarste hulpbron op aarde.
Een die de externe effecten aanpakt die worden veroorzaakt door misbruik en vervuiling van water. Maar tegelijk de focus verlegt van het achteraf oplossen van problemen naar het vormgeven van economieën die water vanaf het begin efficiënt, rechtvaardig en duurzaam gebruiken. Eén die een golf van innovaties op gang brengt, capaciteitsopbouw en investeringen en de kosten en baten niet evalueert op korte termijn, maar op hoe ze voordelen op lange termijn voor de hele economie kunnen katalyseren. Een die erkent dat de kosten van deze acties zeer klein zijn in vergelijking met de schade die niet-handelen zal toebrengen aan de economieën en de mensheid.
Henk Ovink
Executive director, Global Commission on the Economics of Water