NLFR

Platform voor de voedingsverwerkende- & drankenindustrie
Kwaliteit en duurzaamheid gaan hand in hand
De verplichte CSRD rapportage maakt van duurzaamheid een nog hogere prioriteit voor voedingsbedrijven.

Kwaliteit en duurzaamheid gaan hand in hand

De verplichte CSRD rapportage maakt van duurzaamheid een nog hogere prioriteit voor voedingsbedrijven. Wie er onder valt, moet immers data delen over hoe ver ze staan op vlak van ESG en wat de volgende stappen zullen zijn.  En dat vraagt om precies dezelfde gestructureerde aanpak, eigen aan kwaliteitsmanagement. Iets wat de specialisten van KTBA maar al te goed in de vingers hebben. Met de ontwikkeling van een sustainability dienstverlening, helpt het klanten om die complexe wetgeving te vertalen op de werkvloer.

CSRD, ESG … hoort u het donderen in Keulen? Dan is het hoog tijd dat we u bij praten. Want volgens de Corporate Sustainability Reporting Directive moeten vanaf 2025 alle bedrijven met meer dan 250 werknemers en een balanstotaal van meer dan 25 miljoen euro of een jaaromzet van meer dan 50 miljoen euro alle relevante ESG-thema’s (Environment, Social governance) transparant en gedetailleerd in kaart brengen. “Europa verwacht niet dat bedrijven al eerste van de klas zijn, maar wel dat ze duidelijk communiceren wat ze doen. Dat kan de consument zelf zijn oordeel vellen”, opent Geert-Jan Rens, principal consultant Business Assurance and Sustainability van KTBA. 

Duurzaamheid zal een belangrijk argument worden in onderhandelingen. “Een soort van license to operate”, vat Geert-Jan Rens van KTBA het samen. “Net zoals een kwaliteitssysteem voor voedselveiligheid een basisvoorwaarde geworden is om je producten in retailketens te krijgen.”

Complexe wetgeving die breed gaat

Los van de verplichting tot rapporteren, krijgen  voedingsbedrijven vandaag al veel vragen uit de keten en van klanten over wat ze doen op vlak van duurzaamheid. Voor veel bedrijven zal de deadline dus vroeger vallen. KTBA Sustainability consultant Lisanne Huntjens: “De rapportage vraagt niet alleen om een breed gamma aan onderwerpen aan te snijden, maar dat ook voor de hele toevoerketen te doen. Je moet met andere woorden ook weten welke voetafdruk je leveranciers hebben en welke stappen ze ondernemen om dit te beperken. Je moet dus goed zicht hebben op je keten.”

Zelfde verankering

Voor kmo’s waar er niet altijd budget is voor een voltijdse sustainability manager, zal dit dossier hoogst waarschijnlijk op het bureau van de kwaliteitsverantwoordelijke landen. Rens: “Het zijn twee andere vakdomeinen, zeker, maar het vergt een gelijkaardige aanpak zoals we die van kwaliteitssystemen kennen. Je hebt specifieke kennis nodig van de wetgeving, maar je gaat die principes wel op dezelfde manier verankeren op de werkvloer.” Precies daarom heeft KTBA zijn dienstverlening uitgebreid. “Voedingsbedrijven zitten met heel veel vragen over wat dat nu voor hen betekent. We gaan samen met ze op zoek naar de antwoorden. We weten immers al vanuit die kwaliteitstak hoe producten gemaakt worden en hoe de keten in elkaar zit”, aldus Huntjens

Voetafdruk bepalen

Een verplicht element binnen de rapportage wordt het bepalen van de voetafdruk van het hele bedrijf. Van je producten, maar ook van je bedrijf als geheel. Mérieux Nutrisciences, het moederbedrijf van KTBA, heeft met de overname van Blonk vorig jaar hier extra expertise rond in huis gehaald. Daar profiteren ook de klanten van KTBA van. “Concreet gaan wij op zoek naar de data, omdat we vaak vanuit onze ervaring in kwaliteitsbeheer dicht bij onze klanten en hun processen staan. We weten waar ze te vinden en hoe die op te vragen bij de rest van de keten. Blonk gaat dan aan de slag om volgens de juiste methodologie de berekeningen te maken. Die vormen dan de basis om weer verder te optimaliseren”, vertelt Huntjens.

Lisanne Huntjens van KTBA: “Je moet ook weten welke voetafdruk je leveranciers hebben en welke stappen ze ondernemen om dit te beperken. Je moet dus goed zicht hebben op je keten.”

Van data naar verbetertrajecten

Omdat veel bedrijven al iets met duurzaamheid doen, is het zaak te starten met een soort nulmeting. Rens: “Dat is het uitgangspunt. Van daaruit moeten voedingsbedrijven dan hun visie ontwikkelen conform de richtlijnen. Wat is er voor mijn productie belangrijk? Waar wil ik op focussen? En hoe sta ik er zelf in? Wil ik louter de verplichtingen afvinken of voorop lopen? We helpen onze klanten die basis leggen en kijken dan samen hoe we tot concrete verbetertrajecten kunnen komen.” Duurzaamheid zal een belangrijk argument worden in onderhandelingen. “Een soort van license to operate”, vat Rens het samen. “Net zoals een kwaliteitssysteem voor voedselveiligheid een basisvoorwaarde geworden is om je producten in retailketens te krijgen. 

Invulling geven

Dat dit vakgebied nog in volle ontwikkeling is, zien Huntjens en Rens niet als een reden om af te wachten. “We kunnen leren uit hoe het kader voor veiligheid en kwaliteit de voorbije decennia vorm heeft gekregen. Er wordt hard gekeken naar wie voorop loopt in duurzaamheid. Die bedrijven kunnen als het ware mee de standaard bepalen voor hoe de rest van de sector invulling moet geven aan duurzaamheid. Heel veel voedingsbedrijven hebben al mooie initiatieven genomen. Het is nu zaak die op een gestructureerde manier verder uit te bouwen met de juiste data en een goede rapportage”, besluiten ze.    

    Stuur ons een bericht

    Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

    Details