NLFR

Platform voor de voedingsverwerkende- & drankenindustrie
Juiste keuze van smeermiddelen
Machines in voedingsbedrijven krijgen te maken met veel van dezelfde tribologische en smeringsuitdagingen als andere fabrieken. Helaas zijn veel van de grondstoffen die deze uitdagingen effectief aanpakken, om veiligheidsredenen niet toegestaan in voedseltoepassingen.

Juiste keuze van smeermiddelen

De voedselverwerkende industrie stelt unieke uitdagingen aan smering. Hoewel het nooit wenselijk is dat smeermiddelen grondstoffen, producten in bewerking of eindproducten verontreinigen, zijn de gevolgen van een door smeermiddelen verontreinigd product acuter in deze sector. Daarom hebben ze vereisten, protocollen en prestatieverwachtingen die veel verder gaan. Dit artikel beschrijft de basisverschillen tussen H1, H2 en H3 smeermiddelen evenals de juiste keuze van smeermiddelen, die essentieel is voor de voedselveiligheid en betrouwbaarheid van machines.

Machines in voedingsbedrijven krijgen te maken met veel van dezelfde tribologische en smeringsuitdagingen als andere fabrieken. Smeermiddelen moeten de interne oppervlakken op dezelfde manier beschermen om wrijving, slijtage, corrosie, hitte en afzettingen onder controle te houden. Ze moeten ook goed verpompbaar, oxidatie-, hydrolytische en thermische stabiliteit in functie van de eisen van de toepassing. Bovendien moeten ze bestand zijn tegen degradatie en verminderde prestaties wanneer ze in contact komen met voedselproducten, bepaalde proceschemicaliën, water (inclusief stoom) en bacteriën. Helaas zijn veel van de grondstoffen die worden gebruikt om smeermiddelen te formuleren die deze uitdagingen effectief aanpakken, om veiligheidsredenen niet toegestaan in voedseltoepassingen.

H1, H2 en H3

De soorten smeermiddelen in foodgrade toepassingen zijn onderverdeeld in categorieën op basis van de waarschijnlijkheid dat ze in contact komen met voedsel. Het USDA creëerde de oorspronkelijke benamingen H1, H2 en H3, wat nu wereldwijd de terminologie is. De goedkeuring en registratie van een nieuw smeermiddel in een van deze categorieën hangt af van de ingrediënten die in de formulering worden gebruikt. De drie benamingen worden als volgt beschreven: 

H1 smeermiddelen kunnen dienen in voedselverwerkende omgevingen waar incidenteel contact met voedsel mogelijk is. Smeermiddelsamenstellingen mogen alleen bestaan uit een of meer goedgekeurde basisoliën, additieven en verdikkingsmiddelen (indien vet) die zijn opgenomen in 21 CFR 178.3750.

H2 smeermiddelen worden gebruikt op apparatuur en machineonderdelen waar er geen kans is dat het smeermiddel of het gesmeerde oppervlak in contact komt met voedsel. Ze hebben daarom geen vastgestelde lijst van aanvaardbare ingrediënten. Ze mogen echter geen zware metalen bevatten zoals antimoon, arseen, cadmium, lood, kwik of selenium. Ook mogen de ingrediënten geen stoffen bevatten die kankerverwekkend, mutageen, teratogeen of mineraalzuur zijn.

H3 smeermiddelen, bekend als oplosbare of eetbare olie, worden gebruikt om haken, karretjes en soortgelijke apparatuur schoon te maken en oxidatie te voorkomen.

Welk smeermiddel voor welke toepassing?

Het kan een uitdaging zijn om te bepalen of een H1 of H2 smeermiddel moet worden gebruikt. Een smeermiddel voor een transportsysteem dat over een voedingslijn loopt, moet olie van de categorie H1 zijn; een transportsysteem dat onder een voedingslijn loopt, is echter niet noodzakelijk veilig om olie van de categorie H2 te gebruiken. Elk smeerpunt moet daarom worden geëvalueerd om te bepalen waar verontreiniging kan optreden. We zien de laatste jaren een evolutie naar meer H1 smeermiddelen in voedingsbedrijven, ook waar dat strikt gezien niet nodig is. In het verleden boden die niet altijd de juiste bescherming en een kortere standtijd door de beperking van de soorten additieven. Nu er synthetische smeermiddelen worden gebruikt, kunnen de prestaties van sommige H1 smeermiddelen die van smeermiddelen die niet voor voeding bestemd zijn, evenaren of zelfs overtreffen. 

Juiste onderhouds- en hygiënepraktijken blijven cruciaal

Het gebruik van H1 foodgrade smeermiddelen is echter geen excuus voor slecht ontwerp of te weinig onderhoud. H1 smeermiddelen zijn nog steeds alleen goedgekeurd voor minimaal, incidenteel contact. Als een fabriek foodgrade smeermiddelen gebruikt, beperkt de FDA de besmetting van het smeermiddel tot 10 delen per miljoen – dat is 0,001%. Het certificeringsproces voor smeermiddelen omvat ook geen controles van de smeeroliefabriek en het testen van monsters om de formulering te controleren; het gaat alleen om de toetsing van de formulering aan een goedgekeurde lijst.    

    Stuur ons een bericht

    Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

    Details