Pannenkoekenfabriek met een sterk verhaal

Nadat een brand de productieafdeling van Lipcas in juni 2022 in de as had gelegd, wilde de producent van pannenkoeken en poffertjes zo snel mogelijk weer aan de slag. Via de West-Vlaamse Intercommunale vond het bedrijf al snel een nieuwe site op een nieuw bedrijventerrein in Zwevezele. In samenwerking met architectenbureau JN architecten, bouwcoördinator Ann Stragier en hoofdaannemer Beeuwsaert Construct verrees er uiteindelijk op een half jaar tijd een nieuwe en volledig FAVV-conforme productiefaciliteit.

Lipcas startte ruim 60 jaar geleden als lokale zuivelhandel en groeide uit tot toonaangevend producent van pannenkoeken en poffertjes. In het West-Vlaamse Zwevezele produceert het familiebedrijf dagelijks 20.000 tot wel 30.000 kg zoete deegwaren, die vervolgens richting supermarkten in Europa, Canada, de Verenigde Staten en Indonesië verdeeld worden. Om de belevering van die klanten na de brand van juni 2022 zo min mogelijk in het gedrang te brengen, klopte Lipcas eind 2022 bij Beeuwsaert Construct aan voor de realisatie van een nieuwe productiefaciliteit. “Ondanks de strakke timing, toonde Beeuwsaert Construct meteen bereidheid om ons project op korte termijn in te plannen”, vertelt COO Ruben Casteleyn. “Dat was uiteraard een grote plus. In januari 2023 werd al gestart met de funderingswerken.”

Prefab betonbouw

De nieuwe vestiging van Lipcas bevindt zich op amper 500 m van de oorspronkelijke productieafdeling en beslaat in totaal zo’n 4.140 m². Naast de eigenlijke productie­faciliteiten omvat het gebouw nog een koel- en diepvrieszone, kantoren, een magazijn voor primaire grondstoffen en drie laad­kades. Het project voorzag tevens in 2.870 m² omgevingsaanleg. “In de basis is de opbouw van het gebouw relatief standaard”, vertelt Jo Martens, projectmanager bij Beeuwsaert Construct. “Alle maatvoeringen zijn afgestemd op prefabbouw en de vier gevels opgetrokken uit prefabbetonpanelen. Enkel langs de Wingenesteenweg, ter hoogte van de kantoren, wordt het gesloten betonnen volume door een uitkragende gevel in glas en zwart schrijnwerk doorbroken. Omwille van brandveiligheid werd ook de structuur van het gebouw in beton opgetrokken. Met één uitzondering: het dak van de productie­afdeling. Daar moesten we rekening houden met overspanningen tot 24 m enerzijds en de nodige ruimte voor onder meer koel- en luchttechnieken anderzijds, met als gevolg dat er in plaats van betonnen balken stalen vakwerkliggers toegepast werden.”

Hoge afwerkingsgraad

De nood aan heel wat technische installaties, die bovendien volledig achter een vals plafond weggewerkt moesten worden, is slechts een van de complexiteiten die een project in de voedingsindustrie met zich meebrengt. “De afwerkingsgraad van dergelijke projecten ligt aanzienlijk hoger dan in andere industrieën”, aldus Martens. “Naast alle voorzieningen en technieken voor de productie, moesten hier bijvoorbeeld talrijke rvs goten in de vloer verwerkt worden en werd er een afwerking voorzien met sandwichpanelen en epoxyvloeren. Precies die complexiteit maakt het zo uitzonderlijk dat we op pakweg zes maanden een volledig FAVV-conforme productiefaciliteit gerealiseerd hebben.”

Sterke coördinatie

Martens schrijft de korte doorlooptijd vooral toe aan een sterke coördinatie. “Met prefab win je uiteraard al tijd, maar het is de goede afstemming tussen verschillende ploegen en partijen die echt het verschil maakt. Samen met de externe bouwcoördinator hebben we dat in goede banen geleid, zowel in ontwerp- als in uitvoeringsfase.” Casteleyn herinnert zich onder meer de uitvoerige gesprekken over bijvoorbeeld materiaalkeuze. “Tijdens de ontwerpfase werd veel nagedacht over de efficiëntie van het bouwen. Welke materialen konden snel geleverd en geïnstalleerd worden en welke kostprijs stond daar tegenover? De kennis en inzichten van Beeuwsaert speelden daarin een belangrijk rol. Op de werf stelde de aannemer vervolgens alles in het werk om te allen tijde de juiste ploeg op de juiste plek te hebben.” Martens verduidelijkt: “We gingen te werk in verschillende fases. Eerst werd de productiehal opgetrokken, vervolgens het magazijn en de koel- en diepvrieszone en daarna het logistieke gedeelte. Onze collega-aannemers wachtten echter niet totdat de ruwbouw volledig klaar was om van start te gaan. Op het moment dat wij de laatste ruwbouwfase afrondden, was de productieafdeling bijvoorbeeld al volledig ingericht. Dat leidde ertoe dat Lipcas het bakproces van de pannenkoeken al in augustus 2023, binnen de vooropgestelde planning, kon opstarten en proefdraaien.”