Onberispelijke hygiëne vraagt ook om de juiste smeertechniek

Het leeuwendeel van de toppings die Vlevy produceert in Desteldonk zijn bedoeld voor export. Beschikken over de juiste certificaten is dan een must en dat doet Vlevy door de lat voor hygiëne en kwaliteit elke dag hoog te leggen. Sinds september rekent het daarvoor ook op de H1-gekeurde smeermiddelen van Bechem en de expertise van leverancier FenS.

Met zijn naam toont Vlevy zijn wortels: Vleeswaren Van Ysebaert. Wat begon als een slagerij in Terneuzen in Nederland is in 130 jaar en vier generaties uitgegroeid tot een state-of-the-art vleesverwerkend bedrijf, net aan de andere kant van het kanaal, in Desteldonk. “We waren eerder al naar Gent verhuisd, maar hier vonden we in 2007 de ruimte om een nieuwe productiefaciliteit neer te zetten en onze capaciteit nog verder uit te breiden”, herinnert zaakvoerder Guus Ysebaert zich. “We zijn gespecialiseerd in toppings. Ham, spek, pepperoni, kalkoen, kip, in blokjes, plakjes of strips (vers of IQF aangeboden) …  Daarnaast leveren we gekookte gehaktballetjes (varken, rund, kip of combinaties). Altijd in functie van wat de klant vraagt en elke dag volgens de hoogste kwaliteitsnormen. Dat vergt een flexibele organisatie maar door de gedrevenheid van onze mensen, onze performante machines en onze infrastructuur slagen we daar in.”

Een blik op de productie en je weet dat daar geen woord van gelogen is. Door er een onberispelijke hygiëne op na te houden, streeft Vlevy de hoogste kwaliteitsstandaarden na. De verschillende certificaten die het bedrijf erop na houdt BRC-A, Beter Leven, Bio maar ook voor halal producten, zijn daar een mooi bewijs van. “Vandaag zeker geen evidentie, omdat je alle grondstoffen verregaand moet traceren. Maar belangrijk voor onze klanten en dus voor ons”, legt maintenance manager Jens uit. Een tweede pijler is klantgerichtheid. In totaal maakt Vlevy meer dan 200 verschillende recepturen, telkens perfect volgens de specificaties van de klant. “Zelfs als daar nieuwe producten voor ontwikkeld moeten worden. Halffabrikaten die hun weg vinden over heel Europa, vooral voor pizza’s, maar ze landen ook in salades, kant-en-klare maaltijden, soepen …”

In de productie gaat het er zo geautomatiseerd mogelijk aan toe. “Om medewerkers te ontlasten van de zwaarste taken en om zo efficiënt mogelijk te werken”, gaat Jens verder. De meest recente lijn, lijn 7, zal de standaard worden waar alle andere lijnen worden aan aangepast. “Het uitgangspunt bij de conceptie was om hygiënische praktijken te maximaliseren en verspilling te minimaliseren. Daar zijn we bijzonder goed in geslaagd dus zullen we nu de rest in die richting ombouwen.” Werk genoeg dus voor de technische ploeg. Maar over de smeermiddelen hoeven ze zich alvast geen zorgen meer te maken. Ze werken daarvoor sinds vorig jaar samen met FenS. “Werner (Sanfrinnon, accountmanager) kwam hier op het perfecte moment aankloppen. We werkten al jaren met dezelfde leverancier en konden wel een nieuwe kijk op smering gebruiken.”

Het prijskaartje was uiteraard een van de argumenten, maar Vlevy had vooral oor naar de kwaliteit van de Bechem smeermiddelen die FenS aanbood. “We zijn in kleine hoeveelheden beginnen testen om te zien of ze voldeden aan de eisen van de techniek. Voor elk smeermiddel hier in gebruik kon Bechem een minstens evenwaardig alternatief voorstellen. Allemaal getest en goedgekeurd door de technische ploeg. Bovendien ligt de service die we nu krijgen van FenS toch een paar niveaus hoger”, vertelt Jens. “De snelheid waarmee ze vragen opnemen en reageren bijvoorbeeld. Of de leveringen die ook in kleinere hoeveelheden kunnen, zodat we zelf minder stock moeten houden. Of de documenten die altijd perfect in orde zijn, zodat we audits met vlag en wimpel doorstaan.”

Vlevy kiest resoluut voor H1-gekeurde smeermiddelen. Intussen zijn bijna de helft van de smeermiddelen in de productie vervangen door Bechem producten, geleverd door FenS. “We schakelen sinds september systematisch over van zodra onze voorraad van een bepaalde olie of vet is opgebruikt. Ook daarin proberen we zo milieubewust mogelijk te zijn en niks verloren te laten gaan”, besluit Jens.