NLFR

Platform voor de voedingsverwerkende- & drankenindustrie
Veelgestelde vragen over reiniging en desinfectie in de pluimvee-industrie

Veelgestelde vragen over reiniging en desinfectie in de pluimvee-industrie

In de pluimvee-industrie is perfecte hygiëne essentieel. Met name in pluimveeslachterijen en uitsnijderijen is het belangrijk strategieën te implementeren om pathogene micro-organismen te bestrijden, waardoor veilig kippenvlees voor de consument geproduceerd wordt. Maar ook om de aanwezigheid van bederfveroorzakende micro-organismen te minimaliseren, die de houdbaarheid van de producten kunnen verkorten.

In dit artikel beantwoorden we de belangrijkste vragen over reinigings- en desinfectieprocessen in de pluimvee-industrie.

Is het bij het reinigen en desinfecteren van ruimten in een pluimveeslachterij beter om één desinfectiemiddel te gebruiken, of om te variëren afhankelijk van de ruimte of CCP?
Het is moeilijker om resistentie tegen desinfectiemiddelen te ontwikkelen dan tegen antibiotica. Het kan echter raadzaam zijn de biocide werkzame stoffen af te wisselen om bepaalde resistenties of aanpassingen van micro-organismen aan restdoses van bepaalde biociden te voorkomen. In delen van het slachthuis waar meer vervuiling is, kan het wenselijk zijn biociden te gebruiken met een hogere residuele werking of die in mindere mate geremd worden door de aanwezigheid van vuil. In andere gebieden is het gebruik van desinfectiemiddelen met een lage residuele werking en een gemakkelijke spoeling wenselijk.

Hoeveel droogtijd moet je aanhouden tussen het reinigen en desinfecteren?
De droogtijd hangt af van de concentratie van het desinfectiemiddel en het oppervlak. Idealiter mag er bij het aanbrengen van het desinfectiemiddel geen achtergebleven water meer zijn, anders wordt het desinfectiemiddel verdund. Op een transportband is bijvoorbeeld vrijwel al het water al in één volledige omwenteling afgevoerd en kan het desinfectiemiddel worden aangebracht.

Is een laatste spoeling aanbevolen na de desinfectie?
Er zijn veel gebieden waar deze spoeling niet nodig is, afhankelijk van het soort industrie en de omstandigheden. De wetgeving bepaalt dat je oppervlakken die in direct contact komen met voedsel moeten spoelen. Vermijd het gebruik van water op de bovenste delen als de onderste delen al gedesinfecteerd en gespoeld zijn. Het water kan daar weer vanaf druppelen waardoor de onderste delen opnieuw besmet kunnen worden. Aansluitend moet extra aandacht worden besteed aan het drogen. Het verwijderen van vocht voorkomt de verspreiding van ziekteverwekkers die de reinigingswerkzaamheden hebben overleefd.

Wordt het effect van het desinfectiemiddel in de broeibak versterkt of geremd als er hoge temperaturen worden gebruikt?
Er zijn biocide werkzame stoffen zoals amines die geen schuim produceren en onder deze omstandigheden kunnen worden gebruikt. De temperatuur is een gunstig middel om het product verder te optimaliseren. Een CIP-behandeling bij 80°C met een amine wordt aanbevolen. Voor andere soorten producten, zoals desinfectiemiddelen op basis van perazijnzuur, is het niet raadzaam te werken bij temperaturen hoger dan 40 of 45°C. Allereerst is het belangrijk na te denken over het soort werkzame stof in de broeibak. Niet alle stoffen zijn geschikt. Ook moet rekening worden gehouden met het type broeibak. In het bijzonder moet aandacht worden besteed aan broeibakken met diffusors aan de onderzijde, omdat daarin vaak organische stoffen terechtkomen. Als de stoom via de onderzijde wordt geïnjecteerd, komen al deze deeltjes weer in de omgeving terecht. Deze buizen moeten zeer goed worden gereinigd en gedesinfecteerd. Let erop dat de platen die warmte leveren meestal niet veel aanslag vertonen. Samengevat, is het noodzakelijk om bij elke installatie na te gaan wat het meest geschikte proces is.

Hoe kunnen in bedrijven zoals de pluimvee-industrie leidingen als bron van besmetting worden gecontroleerd?
Je moet goed schoonmaken en desinfecteren. Bijna zoals een CIP. Een alkalische fase, een zure fase en een derde desinfectiefase. Het is ook mogelijk om met camera’s de binnenkant in beeld te brengen om te zien of er vuil zit en om het laatste spoelwater te analyseren. Een andere aanbeveling is het uitvoeren van een biofilm beheersplan.

Het schoonmaken van de snijmachine is zeer ingewikkeld vanwege het ontwerp. Proberen het mechanisch te doen is complex. Welke alternatieve mechanische acties zijn er? Is het mogelijk om met hoge druk te werken?
Water onder hoge druk mag niet worden gebruikt om de besmetting niet te verspreiden. Goed schrobben van de installaties en hulpmiddelen die in contact komen met het karkas is aanbevolen. Het is ook raadzaam een ontvettend product en warm water te gebruiken. Het verdient aanbeveling om in heel frequentie, ook al is het niet elke dag, een handmatige handeling uit te voeren.

Moet er in slachthuizen en uitsnijderijen vaak worden getest op Listeria spp.?
Ja, er moet regelmatig worden getest, omdat dit informatie oplevert over de microbiële belasting van het pluimvee bij aankomst in het bedrijf. Met de informatie die uit de analyses, weet je hoe de interne hygiëne en de productieprotocollen werken, kun je elke vorm van persistentie opsporen en voorkomen dat Listeria spp. de volgende schakel in de keten bereikt.

Wat zijn de meest voorkomende pathogene micro-organismen in de afvoer?
In afvoerkanalen is de meest voorkomende ziekteverwekker Listeria spp. De afvoer is een reservoir voor Listeria spp. De eerste spoeling die in de ruimte plaatsvindt, gaat naar de afvoer. Als de afvoer niet goed wordt gereinigd, kan het gebruik van water onder druk voor reiniging en desinfectie spetters en aërosols genereren en ziekteverwekkers opnieuw verspreiden.

Wat is de belangrijkste factor voor de aanhoudende hoge frequentie en verspreiding van Campylobacter spp. bij pluimvee?
In verordening 1495/2017 lijkt het duidelijk dat verticale transmissie minimaal is. Tijdens de eerste twee weken van de vleeskip is het zeer moeilijk om Campylobacter spp. op te sporen. Het probleem ontstaat in de derde levensweek omdat er in een eerder stadium een maternale immuniteit is die hen beschermt. Dit verdwijnt in de derde week, waarna gevallen van Campylobacter spp. de kop opsteken. De oorsprong kan liggen in de oppervlakken omdat deze niet goed gereinigd en gedesinfecteerd zijn, of in de omgeving en in de vectoren. Als Campylobacter spp. eenmaal het bedrijf binnenkomt, besmet het binnen vier tot vijf dagen de hele groep pluimvee. De verspreidingssnelheid binnen een groep is veel groter dan bij Salmonella spp., omdat het een ziekteverwekker is die zich sterk aan pluimvee heeft aangepast.

Hoe kan Pseudomonas spp. op oppervlakken en in omgevingen worden verwijderd?
Door een correct reinigings- en desinfectieprotocol toe te passen met de juiste producten, in de gebruikelijke concentraties. Als het is ingebed in een biofilm moet een product op enzymatische basis ingezet worden. Gevolgd door een desinfectiefase.

Zijn er voor de bestrijding van Salmonella in pluimveeslachterijen andere strategieën die moeten worden toegepast?
De aanwezigheid van Salmonella in pluimveekarkassen, uitgesneden en verwerkte producten is een probleem dat de hele productieketen aangaat. Bij een positieve waarneming in het slachthuis zijn de maatregelen die je kunt nemen beperkt. Er kunnen specifieke reinigings- en desinfectiestrategieën worden toegepast, zoals het gebruik van producten tegen biofilms en extreme hygiëne in alle schakels (haken, broeibakken, plukkers, enz.). Daardoor wordt de overdracht tot een minimum beperkt en teruggedrongen, maar de afwezigheid niet volledige gegarandeerd. Daarom moet de verspreiding van salmonella bij levende vogels en in kooien zoveel mogelijk worden voorkomen door bioveiligheidsmaatregelen in bedrijven en broederijen, ook bij de voederproductie: reiniging en desinfectie, toegangscontrole, ongediertebestrijding, vermijden van verticale overdracht, gebruik van additieven in het voer, waterbehandeling, desinfectie van kooien met levende dieren, enz.

De verwijdering van biofilms maakt deel uit van de desinfectiestrategie. Welke desinfectiemiddelen zijn het meest geschikt, rekening houdend met het materiaal van de oppervlakken? Kan glutaaraldehyde worden gebruikt?
Het verwijderen van biofilm kan met verschillende producten. Er kunnen enzymatische of chemische producten worden gebruikt. In ieder geval wordt dit proces voltooid met een tweede desinfectiefase waarin producten op basis van perazijnzuur, quaternaire ammonium of glutaaraldehyde kunnen worden gebruikt. Allemaal producten die in de BPR worden aanbevolen voor oppervlaktedesinfectie. Om biofilm veilig te verwijderen is een driestappenproces aan te bevelen, met een goede alkalische voorreiniging en een specifieke behandeling tegen biofilm.

Op moeilijk te reinigen plaatsen wordt een biofilmdetectietest met het product TBF 300 aanbevolen. Chloor wordt gebruikt op kunststoffen, als bleekmiddel. Voor alle andere oppervlakken worden het afgeraden vanwege de oxiderende werking.

Kunnen natuurlijke verbindingen en terpenoïden een doeltreffend alternatief of aanvulling zijn voor synthetische desinfectiemiddelen als het gaat om het verminderen en verwijderen van biofilms?
Uit onderzoek blijkt dat er natuurlijke verbindingen bestaan die de vorming van een biofilm afremmen, zoals terpenoïden, polyfenolen, organische zuren en essentiële oliën. Maar als de biofilm volgroeid is, is het noodzakelijk om mechanische energie toe te passen die de matrix verbreekt, en om passende producten in te zetten om de biofilm te verwijderen.

Kan de communicatie tussen bacteriën in een biofilm worden geblokkeerd?
Ja, er zijn enkele publicaties waarin wordt erkend dat bepaalde moleculen, die antagonistisch zijn ten opzichte van de autoinducers die bacteriën gebruiken bij quorum sensing, deze vorm van communicatie kunnen neutraliseren. Als we quorum sensing remmen, verbreken we de communicatie tussen bacteriën en remmen we ook de vorming van biofilms. Het probleem is dat quorum sensing verschillend zal zijn afhankelijk van de bacteriën die zich in de biofilm nestelen, en dat vereist kennis van het type biofilm, het type autoinducers, en het type moleculen die als antagonisten kunnen dienen om deze communicatie te verstoren.

Wat is het nut van bacteriofagen en probiotica bij desinfectie van veehouderijen?
Bacteriofagen zijn zeer specifiek. Er zou een mix van deze fagen gebruikt moeten worden om het gewenste effect te bereiken, waarbij vooraf een fagogram gemaakt zou moeten worden om te zien of de faag gevoelig is of niet. Bacteriofagen kunnen echter niet herhaaldelijk worden gebruikt, om te voorkomen dat de bacteriën resistent worden tegen die specifieke faag. Het klopt dat het gebruik van fagen kan leiden tot resistentie of tot het ontstaan van eigenschappen die de bacterie voordien niet had. Het gebruik ervan moet worden beschouwd als een laatste verdedigingsmiddel, na andere methoden. We moeten proberen deze problemen te bestrijden met andere middelen zoals: bioveiligheid, reiniging, desinfectie, toepassing van additieven op de dieren zodat zij geen drager zijn van ziekten.

Wat het gebruik van melkzuurbacteriën betreft, er zijn inderdaad enkele producten op basis van dit soort micro-organismen die worden gebruikt voor desinfectie. Probiotica worden toegepast op oppervlakken om te koloniseren en competitieve uitsluiting toe te passen. Ze koloniseren de hele omgeving en verdringen pathogenen die zich in de omgeving bevinden. Eerst moet er gedesinfecteerd worden om vervolgens te koloniseren met de gewenste micro-organismen.

Welke relevante informatie kunnen we halen uit metagenomische analyse in de pluimvee-industrie?
Metagenomics is een instrument dat in de nabije toekomst de traditionele microbiologie zal vervangen; het is de microbiologie van de toekomst. De informatie die hiermee wordt verzameld is zeer breed, maar je moet wel goed begrijpen hoe je die moet interpreteren. Het belangrijkste voordeel van metagenomics is dat alle bacteriesoorten die in een milieumonster aanwezig zijn, kunnen worden opgespoord.

Het ontsmetten van kippenkarkassen met ontsmettingsmiddelen is in de EU niet toegestaan, maar mag chloordioxide worden gebruikt in de koeling en de voorkoeling?
In de EU kan ClO2 worden gebruikt in de dosering waarin het water drinkbaar wordt gemaakt. In hogere concentraties dan wettelijk is toegestaan, is het verboden.

In hoeverre is de opleiding van R&D medewerkers en voedselverwerkers belangrijk?
Het opleiding van R&D medewerkers is van fundamenteel belang. Zij moeten weten hoe belangrijk hun werk is voor de kwaliteit van het eindproduct en moeten de producten en protocollen kennen. Bovendien is het belangrijk dat zij informatie krijgen over de kritieke punten van de installatie, waar zich biofilms kunnen vormen die een voedingsbodem vormen voor Listeria. Op deze plaatsen is dagelijks handmatig schrobben belangrijk, naast het gebruik van specifieke protocollen.

Voor voedselverwerkers geldt dat zijn zich bewust moeten zijn van hun invloed op het voorkomen van kruisbesmetting en van hun persoonlijke hygiëne. Een aantal door voedsel overgedragen toxines zijn in veel gevallen toe te schrijven aan mensen, zoals infecties veroorzaakt door Staphylococcus Aureus.

In hoeverre is omgevingsdesinfectie belangrijk?
In plaats van omgevingsdesinfectie moeten we het hebben over omgevingsdesinfectie aan de oppervlakte en in de lucht. Het aantal micro-organismen in een ruimteomgeving zal door sedimentatieprocessen afnemen als de ruimte gedurende enige tijd gesloten is. Belangrijk bij dit type desinfectie is dat elementen van de installatie worden bereikt die gewoonlijk niet door het traditionele sproeisysteem worden gedesinfecteerd: verborgen gebieden, verhoogde elementen (bv. verdampers). Deze punten kunnen niches vormen voor pathogene micro-organismen en biofilms, en van daaruit via condensatie, luchtstromen, enz. elementen bereiken die rechtstreeks in contact komen met de levensmiddelen of de producten zelf.

Voor dit soort desinfectie kunnen vernevelaars worden gebruikt met biociden die zijn geformuleerd met quaternaire ammonium, tertiaire aminen, waterstofperoxide, glutaaraldehyde, enz. Wanneer een verhoging van de luchtvochtigheid niet wenselijk is, bijvoorbeeld in voedersilo’s, verpakkingsruimten, enz. kunnen producten met actieve stoffen zoals glycolzuur worden gebruikt. Dit zijn gedoseerde bussen voor specifieke volumes.

    Stuur ons een bericht

    Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

    Details