‘Food for thought’: Met open vizier naar duurzame voedingsindustrie

Als stem van een sector met een jaaromzet van 55 miljard euro, 1,7 miljard euro aan investeringen en meer dan 95.000 werknemers in de sector, is Fevia, de federatie van de Belgische voedingsindustrie, een cruciale marktspeler in ons land. Nog meer cijfers? De federatie vertegenwoordigt 27 sectoren en meer dan 700 leden-bedrijven die kwaliteitsvolle voeding en dranken produceren. In deze economisch woelige tijden zijn de uitdagingen enorm, maar liggen er ook fantastische opportuniteiten binnen handbereik. We gingen op bezoek bij CEO Bart Buysse voor een gesprek.

Binnen de Belgische industrie is de voeding al jaren een koploper qua omzet, investeringen en tewerkstelling. De coronacrisis zette heel wat elementen op scherp, waaronder het belang van evenwichtige voeding, een vlot werkende bevoorradingsketen en extra wendbaarheid bij de diverse voedselketenpartners. Hoe kijkt Bart Buysse naar deze en andere uitdagingen?

De Belgische voedingsbedrijven en hun partners volgen nieuwe trends en evoluties op de voet. De CEO van Fevia bevestigt: “Omwille van de langere levensverwachting, veranderende voedings- en consumentenbehoeften en extra focus op duurzame productie en consumptie investeren onze voedingsbedrijven veel in innovatie. Steeds meer zien we inspirerende samenwerkingsverbanden ontstaan tussen diverse ketenpartners, zowel lokaal als internationaal. Mede onder impuls van de coronacrisis – waarbij ons omzetcijfer in 2020 met 1,7% daalde ten opzichte van 2019 – gingen bedrijven op zoek naar nieuwe pistes om onze lekkere en met passie gemaakte voedingsproducten aan de man te brengen.”

Als federatie van de Belgische voedingsindustrie heeft Fevia een aantal ‘klassieke’ taken. Maar anno 2021 zet de beroepsfederatie ook volop in op een proactieve aanpak. Buysse: “Aanvullend op onze gekende taken als vertegenwoordiging, imagobewaking en het schrijven en verdedigen van sectorstandpunten, hebben we in 2018 een nieuwe strategische visie uitgewerkt (‘Lead, Care, Grow’). Op basis van deze visie willen we als sector vooroplopen, capteren wat leeft in de maatschappij en de media, en die informatie en uitdagingen vertalen naar de werkvloer in onze 27 voedingssectoren. Met andere woorden: we richten ons vizier nog steeds op onze bedrijven, maar stellen de lens ruimer in om nog meer dan voordien rekening te houden met de belangen van de consument en maatschappij. Tegen eind 2021 willen we onze nieuwe sectorale duurzaamheidsstrategie uitrollen, die daar perfect bij aansluit.”

De evolutie naar een duurzamer voedingssysteem is een van de vele uitdagingen waarmee de voedingsindustrie in ons land te maken krijgt. Buysse somt nog een aantal grote werven op. “Bij de grote uitdagingen zie ik eerst en vooral de nood om onze voedingsbedrijven verder uit de coronastorm te loodsen en om zo snel mogelijk weer bij het niveau van voor de crisis aan te pikken. Ook de gevolgen van de Brexit vragen de nodige opvolging in onze sterk exportgerichte sector. De komende maanden kunnen bijkomende certificaten en formaliteiten en strengere douanecontroles roet in het eten gooien van onze bedrijven. En op termijn mag de Brexit niet uitmonden in concurrentieverstoring. Als derde grote werf zie ik de transitie naar de digitale en circulaire economie. Met een brede waaier aan technologieën – van big data over artificiële intelligentie tot robotisering – kunnen we heel wat boeiende bedrijfsverhalen schrijven. Ook energie-efficiëntie en -transitie past in dit kader. Daarnaast zijn er natuurlijk de enorme krapte op de arbeidsmarkt die zich heel sterk laat voelen in onze sector, de blijvende inspanningen om de beste van de klas te zijn inzake voedselveiligheid, de aandacht voor gezonde voedingspatronen in het beleid (welke maatregelen hebben onze regeringen nog in petto?) en het verder inzetten op e-marketing en e-commerce. Ook deze topics staan hoog op de agenda.”

Vandaag kunnen onze voedingsbedrijven en hun externe partners al mooie verhalen voorleggen op het vlak van digitalisering en innovatie. Buysse: “Zo meten drones op het veld hoe oogsten er binnen enkele weken zullen uitzien. En via big data kunnen bepaalde marktspelers beter voorspellen hoe de consumptie zal evolueren, zodat ze beter kunnen inspelen op productiecapaciteit, consumentengedrag en de aankoop van grondstoffen. Een van onze leden onderzoekt hoe graan kan worden geteeld met een minimum aan grond, lucht en water, waardoor het waar ook ter wereld of zelfs in de ruimte kan worden verbouwd. Op de Wereldtentoonstelling van Dubai in 2022 willen we ook nog andere projecten voorstellen, zoals de bestuiving van planten door minidrones in plaats van bijen of manieren om zuiniger om te gaan met water. De samenwerking tussen mens, machine en data kan alleszins een fantastische win-winsituatie opleveren.”